Bomen krijgen steeds vaker last van plagen. Dat heeft voor een stuk te maken met het veranderend klimaat, maar ook met de weerstand van de bomen.
De insecten en schimmels die de plagen veroorzaken zijn er in de eerste plaats om verzwakte exemplaren op te ruimen. Enkel wanneer de plaag te groot wordt beginnen ook gezonde exemplaren aangetast te worden.
Een plaag volledig uitroeien is vaak onmogelijk, maar je kan vaak wel maatregelen nemen om de druk op de bomen te verminderen.
EIKENPROCESSIERUPS
De eikenprocessierups is de laatste jaren aan een opmars bezig. De rups voedt zich met de jonge blaadjes van de eik en in augustus verpoppen ze tot vlinders. Als rups dragen ze duizenden microhaartjes en het zijn deze brandharen die voor de mens kunnen irriteren en “branden”. Je kan de brandharen op je huid krijgen door een rups aan te raken, maar de haren kunnen ook door de wind meegevoerd worden. De brandharen blijven tot 6 jaar actief dus ook oude nesten kunnen irritatie opleveren.
Het verwijderen van de processierups gebeurt bij voorkeur in juni en juli. We plukken de nesten weg met plastiek zakjes. Daarna worden de resten van de nesten weg gebrand zonder de boom te beschadigen. Op die manier zijn alle brandharen weg en kan u terug zorgeloos onder de boom gaan zitten.
De nesten worden verzameld en naar een gespecialiseerd afvalverwerkend bedrijf gebracht.
Tip: Mezen zijn dol op jonge processierupsen. Het helpt dus om mezenkastjes in de buurt van je eiken te installeren.
KASTANJEMINEERMOT
De vrouwtjes van de kanstanjemineermot leggen eitjes in de bladeren van de paardenkastanje. Wanneer de eitjes uitkomen eten de larven het bladmoes in het blad op (mineren). Hierdoor ontstaan de bruine vlekken in de bladeren en kan de boom dus minder suiker aanmaken uit fotosynthese. Wanneer dit jaar na jaar gebeurt, geraakt de boom verzwakt en krijgt dan meestal kastanjebloedingsziekte (bacteriele ziekte) en het is dit wat meestal leidt tot het afsterven van de boom.
Maatregelen zijn: in de herfst al het blad ruimen en afvoeren, voeding bijgeven, motten afvangen met een feromoonval en lijmband.
Wanneer men deze maatregelen goed toepast is de druk op de bomen aanvaardbaar en kunnen ze gezond blijven.
LETTERZETTER
De letterzetter is een bastkever die fijnspar, lork, douglasspar, weymouthden, zwarte den en gewone zilverspar kan aantasten. De laatste jaren is het echter vooral de fijnspar die in grote getallen aangetast wordt. Er is weinig aan te doen en aangetaste bomen moeten best zo snel mogelijk gerooid worden.
De kevers graven een gang onder de schors waar ze tientallen eitjes leggen. De larven boren zich dan vanuit de gang in alle richtingen verder, waardoor het typische patroon verschijnt. Overal waar ze gangen maken is de sapstroom onderbroken en uiteindelijk worden de bomen volledig geringd. Na ongeveer 6 weken verpoppen de larven en vliegen ze uit om buurbomen aan te tasten.
Het advies vanuit de Afdeling Natuur en Bos is "om aangetaste bomen te kappen, en te verwijderen of te ontschorsen. Stormhout en gezonde, vers gekapte bomen kunnen eveneens worden verwijderd, zodat ze geen reservoir vormen vanwaaruit een herbesmetting kan optreden."